“Git, Kûşlu Ebet-Melek’e de ki, ‘İsrail’in Tanrısı, Her Şeye Egemen RAB şöyle diyor: Bu kent üzerine yarar değil, zarar verecek sözlerimi yerine getirmek üzereyim. O gün olanları sen de göreceksin.
Ga henen, en spreek tot Ebed-melech, den Moorman, zeggende: Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israëls: Zie, Ik zal Mijn woorden brengen over deze stad, ten kwade en niet ten goede; en zij zullen te dien dage voor uw aangezicht zijn.