Exodus 29

“Bana kâhinlik edebilmeleri için, Harun’la oğullarını kutsal kılmak üzere şunları yap: Bir boğa ile iki kusursuz koç al.
Dit nu is de zaak, die gij hun doen zult, om hen te heiligen, dat zij Mij het priesterambt bedienen: neem een var, het jong eens runds, en twee volkomen rammen;
İnce buğday unundan mayasız ekmek, zeytinyağıyla yoğrulmuş mayasız pideler, üzerine yağ sürülmüş mayasız yufkalar yap.
En ongezuurd brood, en ongezuurde koeken, met olie gemengd, en ongezuurde vladen, met olie bestreken; van tarwemeelbloem zult gij dezelve maken.
Bunları bir sepete koyup boğa ve iki koçla birlikte bana getir.
En gij zult ze in een korf leggen, en zult ze in den korf toebrengen, met den var en de twee rammen.
Harun’la oğullarını Buluşma Çadırı’nın giriş bölümüne getirip yıka.
Alsdan zult gij Aäron en zijn zonen doen naderen aan de deur van de tent der samenkomst; en gij zult hen met water wassen.
Giysileri al; mintanı, efodun altına giyilen kaftanı, efodu ve göğüslüğü Harun’a giydir. Efodun ustaca dokunmuş şeridini bağla.
Daarna zult gij de klederen nemen, en Aäron den rok, en den mantel des efods, en den efod, en den borstlap aandoen; en gij zult hem omgorden met den kunstelijken riem des efods.
Başına sarığı sar, üzerine de kutsal tacı koy.
En gij zult den hoed op zijn hoofd zetten; de kroon der heiligheid zult gij aan den hoed zetten.
Sonra mesh yağını al, başına dökerek onu meshet.
En gij zult de zalfolie nemen, en op zijn hoofd gieten; alzo zult gij hem zalven.
Harun’un oğullarını öne çıkarıp onlara mintan giydir.
Daarna zult gij zijn zonen doen naderen, en zult hen de rokken doen aantrekken.
Bellerine kuşak bağla, başlarına başlık koy. Kalıcı bir kural olarak kâhinlik onların işi olacak. Böylece Harun’la oğullarını atamış olacaksın.
En gij zult hen met den gordel omgorden, namelijk Aäron en zijn zonen; en gij zult hun de mutsen opbinden, opdat zij het priesterambt hebben tot een eeuwige inzetting. Voorts zult gij de hand van Aäron vullen, en de hand zijner zonen.
“Boğayı Buluşma Çadırı’nın önüne getir, Harun’la oğulları ellerini boğanın başına koysunlar.
En gij zult den var nabij brengen voor de tent der samenkomst; en Aäron en zijn zonen zullen hun handen op het hoofd van den var leggen.
Boğayı huzurumda, Buluşma Çadırı’nın giriş bölümünde keseceksin.
En gij zult den var slachten voor het aangezicht des HEEREN, voor de deur van de tent der samenkomst.
Kanını parmağınla sunağın boynuzlarına sür, artan kanı sunağın dibine dök.
Daarna zult gij van het bloed des vars nemen, en met uw vinger op de hoornen des altaars doen; en al het bloed zult gij uitgieten aan den bodem des altaars.
Hayvanın bağırsak ve işkembe yağlarını, karaciğer perdesini, böbreklerini ve böbrek yağlarını sunağın üzerinde yakacaksın.
Gij zult ook al het vet nemen, hetwelk het ingewand bedekt, en het net over de lever, en beide nieren en het vet, dat aan dezelve is, en gij zult ze aansteken op het altaar.
Etini, derisini, gübresini de ordugahın dışında yak. Bu günah sunusudur.
Maar het vlees des vars, en zijn vel, en zijn drek, zult gij met vuur verbranden, buiten het leger; het is een zondoffer.
“Bir koç getir, Harun’la oğulları ellerini koçun başına koysunlar.
Daarna zult gij den enen ram nemen, en Aäron en zijn zonen zullen hun handen op het hoofd des rams leggen;
Koçu sen kes. Kanını sunağın her yanına dök.
En gij zult den ram slachten, en gij zult zijn bloed nemen, en rondom op het altaar sprengen.
Koçu parçalara ayırıp bağırsaklarını, işkembesini, ayaklarını yıka, başla öteki parçaların yanına koy.
En den ram zult gij in zijn delen delen; en gij zult zijn ingewand en zijn schenkelen wassen, en op zijn delen, en op zijn hoofd leggen.
[] Sonra koçun tümünü sunağın üzerinde yak. Bu RAB’be sunulan yakmalık sunu, RAB’bi hoşnut eden koku, O’nun için yakılan sunudur.
Alzo zult gij den gehelen ram aansteken op het altaar; het is een brandoffer den HEERE, tot een liefelijken reuk, het is een vuuroffer den HEERE.
“Öteki koçu getir, Harun’la oğulları ellerini koçun başına koysunlar.
Daarna zult gij den anderen ram nemen, en Aäron en zijn zonen zullen hun handen op des rams hoofd leggen;
Koçu sen kes. Kanını Harun’la oğullarının sağ kulak memelerine, sağ el ve ayaklarının baş parmaklarına sür. Artan kanı sunağın her yanına dök.
En gij zult den ram slachten, en van zijn bloed nemen, en doen het op het rechter oorlapje van Aäron, en op het rechteroorlapje van zijn zonen, desgelijks op den duim hunner rechterhand, en op den groten teen huns rechtervoets; en dat bloed zult gij op het altaar sprengen, rondom heen.
Sunağın üzerindeki kanı ve mesh yağını Harun’la oğullarının ve giysilerinin üzerine serp. Böylece Harun’la oğulları ve giysileri kutsal kılınmış olacak.
Dan zult gij nemen van het bloed, dat op het altaar is, en van de zalfolie, en gij zult op Aäron en op zijn klederen sprengen, en op zijn zonen en op de klederen zijner zonen met hem; opdat hij geheiligd zij, en zijn klederen, ook zijn zonen, en de klederen zijner zonen met hem.
“Koçun yağını, kuyruk yağını, bağırsak ve işkembe yağlarını, karaciğer perdesini, böbreklerini, böbrek yağlarını ve sağ budunu al. –Çünkü bu, biri göreve atanırken kesilen koçtur.–
Daarna zult gij van den ram nemen het vet mitsgaders den staart, ook het vet, dat het ingewand bedekt, en het net der lever en de beide nieren, met het vet, dat aan dezelve is, en den rechterschouder; want het is een ram der vulofferen;
Huzurumdaki mayasız ekmek sepetinden bir somun, yağlı pide ve yufka al,
En een broodbol, en een koek geolied brood, en een vlade, uit den korf der ongezuurde broden, die voor het aangezicht des HEEREN zijn zal;
hepsini Harun’la oğullarının eline ver. Bunları benim huzurumda sallamalık sunu olarak salla,
En leg ze alle op de handen van Aäron, en op de handen zijner zonen, en beweeg ze ten beweegoffer voor het aangezicht des HEEREN.
sonra ellerinden alıp sunakta yakmalık sunuyla birlikte beni hoşnut eden koku olarak yak. Bu, RAB için yakılan sunudur.
Neem ze daarna van hun hand, en steek ze aan op het altaar, op het brandoffer, tot een liefelijken reuk voor het aangezicht des HEEREN; het is een vuuroffer den HEERE.
“Harun’un atanması için sunulacak koçun döşünü huzurumda sallamalık sunu olarak salla. O döş senin payın olacak.
En neem de borst van den ram der vulofferen, die van Aäron is, en beweeg hem ten beweegoffer voor het aangezicht des HEEREN; en het zal u ten dele zijn.
Harun’la oğullarının atanması için kesilen koçun sallanmış olan döşüyle bağış olarak sunulan budunu bana ayır.
En gij zult de borst des beweegoffers heiligen, en den schouder des hefoffers, die bewogen, en die opgeheven zal zijn van den ram des vuloffers, van hetgeen dat Aärons, en van hetgeen dat zijner zonen is.
İsrailliler bunları sürekli Harun’la oğullarının payına ayıracak. Bu, İsrailliler’in RAB’be sunduğu esenlik kurbanlarından biridir.
En het zal voor Aäron en zijn zonen zijn tot een eeuwige inzetting vanwege de kinderen Israëls; want het is een hefoffer; en het hefoffer vanwege de kinderen Israëls zal zijn van hun dankofferen; hun hefoffer zal voor den HEERE zijn.
“Harun’un kutsal giysileri, kendinden sonra oğullarına kalacak. Meshedilip atanırlarken bu giysileri giyecekler.
De heilige klederen nu, die van Aäron zullen geweest zijn, zullen van zijn zonen na hem zijn, opdat men hen in dezelve zalve, en dat men hun hand in dezelve vulle.
Harun’un yerine kâhin olan oğlu, Kutsal Yer’de hizmet etmek üzere Buluşma Çadırı’na girdiğinde yedi gün bu giysileri giyecek.
Zeven dagen zal hij ze aantrekken, die uit zijn zonen in zijn plaats priester zal worden, die in de tent der samenkomst gaan zal, om in het heilige te dienen.
“Harun’la oğulları göreve atanırken kesilen koçun etini kutsal bir yerde haşlayacaksın. Haşlanan eti ve sepetteki ekmeği Buluşma Çadırı’nın giriş bölümünde yiyecekler.
Gij zult den ram der vulling nemen, en gij zult zijn vlees in de heilige plaats zieden.
“Harun’la oğulları göreve atanırken kesilen koçun etini kutsal bir yerde haşlayacaksın. Haşlanan eti ve sepetteki ekmeği Buluşma Çadırı’nın giriş bölümünde yiyecekler.
Aäron nu en zijn zonen zullen het vlees van dezen ram eten, en het brood, dat in den korf zal zijn, bij de deur van de tent der samenkomst.
Atanıp kutsal kılınmaları için günahları bağışlatan bu sunuları yalnız onlar yiyebilir. Yabancı biri yiyemez, çünkü bu sunular kutsaldır.
En zij zullen die dingen eten, met welke de verzoening zal gedaan zijn, om hun hand te vullen, en om hen te heiligen; maar een vreemde zal ze niet eten, want ze zijn heilig.
Atanmaları için kesilen kurbanın etinden ya da ekmekten sabaha artan olursa, yakacaksın. Bunlar yenmeyecek, çünkü kutsaldır.
En indien er wat overblijven zal van het vlees der vulofferen, of van dit brood, tot aan den morgen, zo zult gij het overgeblevene met vuur verbranden; het zal niet gegeten worden, want het is heilig.
“Harun’la oğulları için sana buyurduklarımın hepsini yap. Atanmaları yedi gün sürecek.
Gij zult dan aan Aäron en aan zijn zonen alzo doen, naar alles, wat Ik u geboden heb; zeven dagen zult gij hun hand vullen.
Günah bağışlatmak için günah sunusu olarak her gün bir boğa sunacaksın. Sunağı arındırmak için günah sunusu sun, kutsal kılmak için de meshet.
Gij zult ook des daags een var des zondoffers bereiden, tot de verzoeningen, en gij zult het altaar ontzondigen, mits doende de verzoening over hetzelve; en gij zult het zalven, om het te heiligen.
Yedi gün sunağı arındırarak kutsal kılacaksın. Böylece sunak çok kutsal olacak. Ona dokunan her şey de kutsal sayılacaktır.”
Zeven dagen zult gij verzoening doen voor het altaar, en zult het heiligen; alsdan zal dat altaar een heiligheid der heiligheden zijn; al wat het altaar aanroert, zal heilig zijn.
“Düzenli olarak her gün sunağın üzerinde bir yaşında iki erkek kuzu sunacaksınız.
Dit nu is het, wat gij op het altaar bereiden zult: twee lammeren, die eenjarig zijn, des daags, geduriglijk.
Kuzunun birini sabah, öbürünü akşamüstü sunun.
Het ene lam zult gij des morgens bereiden; maar het andere lam zult gij bereiden tussen de twee avonden.
Kuzuyla birlikte dörtte bir hin sıkma zeytinyağıyla yoğrulmuş onda bir efa ince un ve dökmelik sunu olarak dörtte bir hin şarap sunacaksınız.
Met een tiende deel meelbloem, gemengd met een vierendeel van een hin gestoten olie; en tot drankoffer een vierde deel van een hin wijn, tot het ene lam.
Öbür kuzuyu akşamüstü, beni hoşnut eden koku, yakılan sunu olarak, sabahki gibi tahıl sunusu ve dökmelik sunuyla birlikte bana sunacaksınız.
Het andere lam nu zult gij bereiden tussen de twee avonden; gij zult daarmede doen gelijk met het morgenspijsoffer, en gelijk met het drankoffer deszelven, tot een liefelijken reuk; het is een vuuroffer den HEERE.
“Bu yakmalık sunu Buluşma Çadırı’nın giriş bölümünde, RAB’bin huzurunda, kuşaklar boyu sürekli sunulacaktır. Musa’yla konuşmak için İsrail halkıyla orada buluşacağım.
Het zal een gedurig brandoffer zijn bij uw geslachten, aan de deur van de tent der samenkomst, voor het aangezicht des HEEREN; aldaar zal Ik met ulieden komen, dat Ik aldaar met u spreke.
İsrailliler’le buluşurken çadır görkemimle kutsal kılınacak.
En daar zal Ik komen tot de kinderen Israëls; opdat zij geheiligd worden door Mijn heerlijkheid.
“Buluşma Çadırı’nı ve sunağı kutsal kılacak, Harun’la oğullarını bana kâhinlik etmeleri için görevlendireceğim.
En Ik zal de tent der samenkomst heiligen, mitsgaders het altaar; Ik zal ook Aäron en zijn zonen heiligen, opdat zij Mij het priesterambt bedienen.
İsrailliler arasında yaşayacak, onların Tanrısı olacağım.
En Ik zal in het midden der kinderen Israëls wonen, en Ik zal hun tot een God zijn.
Anlayacaklar ki, aralarında yaşamak için onları Mısır’dan çıkaran Tanrıları RAB benim. Tanrıları RAB benim.”
En zij zullen weten, dat Ik de HEERE hun God ben, Die hen uit Egypteland uitgevoerd heb, opdat Ik in het midden van hen wonen zou; Ik ben de HEERE, hun God.