Bunun üzerine Asa, Şam’da oturan Hezyon oğlu Tavrimmon oğlu Aram Kralı Ben-Hadat’a, RAB’bin Tapınağı’nın ve sarayın hazinelerindeki bütün altın ve gümüşü görevlileri aracılığıyla şu haberle birlikte gönderdi:
Toen nam Asa al het zilver en goud, dat overgebleven was in de schatten van het huis des HEEREN, en de schatten van het huis des konings, en gaf ze in de hand zijner knechten; en de koning Asa zond ze tot Benhadad, den zoon van Tabrimmon, den zoon van Hezion, den koning van Syrië, die te Damaskus woonde, zeggende: