Y DÍJOME otra vez JEHOVÁ: Ve, ama una mujer amada de su compañero, aunque adúltera, como el amor de JEHOVÁ para con los hijos de Israel; los cuales miran á dioses ajenos, y aman frascos de vino.
En de HEERE zeide tot mij: Ga wederom henen, bemin een vrouw, die, bemind zijnde van haar vriend, nochtans overspel doet; gelijk de HEERE de kinderen Israëls bemint, maar zij zien om naar andere goden, en beminnen de flessen der druiven.