Eu sînt sărac şi lipsit: grăbeşte să-mi ajuţi, Dumnezeule. Tu eşti ajutorul şi Izbăvitorul meu: Doamne, nu zăbovi!
Laat in U vrolijk en verblijd zijn allen, die U zoeken; laat de liefhebbers Uws heils geduriglijk zeggen: God zij groot gemaakt! Doch ik ben ellendig en nooddruftig; o God, haast U tot mij; Gij zijt mijn Hulp en mijn Bevrijder; HEERE, vertoef niet!