Da, suflete, încrede-te în Dumnezeu, căci dela El îmi vine nădejdea.
Zij raadslagen slechts, om hem van zijn hoogheid te verstoten; zij hebben behagen in leugen; met hun mond zegenen zij; maar met hun binnenste vloeken zij. Sela.
A Ta, Doamne, este şi bunătatea, căci Tu răsplăteşti fiecăruia după faptele lui.
God heeft een ding gesproken, ik heb dit tweemaal gehoord: dat de sterkte Godes is. En de goedertierenheid, o Heere! is Uwe; want Gij zult een iegelijk vergelden naar zijn werk.