Porque bem sabeis isto: que nenhum mulherengo, ou impuro, ou avarento, o qual é idólatra, tem qualquer herança no reino de Cristo e de Deus.
Want dit weet gij, dat geen hoereerder, of onreine, of gierigaard, die een afgodendienaar is, erfenis heeft in het Koninkrijk van Christus en van God.