Depois lhes escreveu outra carta, dizendo: Se sois comigo, e se quereis ouvir a minha voz, tomai as cabeças dos homens, filhos de vosso senhor, e amanhã a estas horas vinde ter comigo a Jezreel: Ora, os filhos do rei, que eram setenta, estavam com os grandes da cidade, que os criavam.
Toen schreef hij ten tweeden male tot hen een brief, zeggende: Zo gij mijn zijt, en gij naar mijn stem hoort, neemt de hoofden van de mannen, de zonen uws heren, en komt tot mij morgen omtrent dezen tijd naar Jizreël. (De zonen nu de konings, zeventig mannen, waren bij de groten stad, die hen opvoedden.)