Som en fårehjord føres de ned i dødsriket, døden vokter dem, og de opriktige hersker over dem, når morgenen bryter frem, og deres skikkelse blir ødelagt av dødsriket, så de ikke har nogen bolig mere.
Men zet hen als schapen in het graf, de dood zal hen afweiden; en de oprechten zullen over hen heersen in dien morgenstond; en het graf zal hun gedaante verslijten, elk uit zijn woning.