og når de kommer fra torvet, eter de ikke før de har vasket sig, og det er meget annet som de har vedtatt å holde: vaskninger av beger og krus og kobberkar og benker.
En van de markt komende, eten zij niet, tenzij dat zij eerst gewassen zijn. En vele andere dingen zijn er, die zij aangenomen hebben te houden, als namelijk de wassingen der drinkbekers, en kannen, en koperen vaten, en bedden.
Og fariseerne og de skriftlærde spurte ham: Hvorfor følger ikke dine disipler de gamles vedtekt, men eter med vanhellige hender?
Daarna vraagden Hem de Farizeën en de Schriftgeleerden: Waarom wandelen Uw discipelen niet naar de inzetting der ouden, maar eten het brood met ongewassen handen?
Men han sa til dem: Rett spådde Esaias om eder, I hyklere, således som skrevet er: Dette folk ærer mig med lebene, men deres hjerte er langt borte fra mig;
Maar Hij antwoordde en zeide tot hen: Wel heeft Jesaja, van u, geveinsden, geprofeteerd, gelijk geschreven is: Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart houdt zich verre van Mij.
I forlater Guds bud og holder fast ved menneskers vedtekt.
Want, nalatende het gebod Gods, houdt gij de inzettingen der mensen, als namelijk wassingen der kannen en drinkbekers; en andere dergelijke dingen doet gij vele.
men I sier: Om et menneske sier til far eller mor: Det du skulde ha hatt til hjelp av mig, det skal være en korban, det er en gave til templet,
Maar gijlieden zegt: Zo een mens tot vader of moeder zegt: Het is korban (dat is te zeggen, een gave), zo wat u van mij zou kunnen ten nutte komen, die voldoet.
Det er intet utenfor mennesket som kan gjøre ham uren når det kommer inn i ham; men det som går ut av mennesket, det er det som gjør mennesket urent.
Er is niets van buiten den mens in hem ingaande, hetwelk hem kan ontreinigen; maar de dingen, die van hem uitgaan, die zijn het, welke den mens ontreinigen.
Og han stod op og gikk bort derfra til Tyrus' og Sidons landemerker. Og han gikk inn i et hus, og vilde ikke at nogen skulde få vite det, og det kunde dog ikke holdes skjult;
En van daar opstaande, ging Hij weg naar de landpalen van Tyrus en Sidon; en in een huis gegaan zijnde, wilde Hij niet, dat het iemand wist, en Hij kon nochtans niet verborgen zijn.
Og han sa til henne: La først barna bli mette! for det er ikke vakkert å ta brødet fra barna og kaste det for de små hunder.
Maar Jezus zeide tot haar: Laat eerst de kinderen verzadigd worden; want het is niet betamelijk dat men het brood der kinderen neme, en den hondekens voor werpe.