Når en mann ligger hos en kvinne og har omgang med henne, og hun er trælkvinne og festet til en annen mann, men ikke løskjøpt eller frigitt, da skal de straffes, men de skal ikke bøte med livet, fordi hun ikke var frigitt.
En wanneer een man, door bijligging des zaads, bij een vrouw zal gelegen hebben, die een dienstmaagd is, bij den man versmaad, en geenszins gelost is, en haar geen vrijheid is gegeven; die zullen gegeseld worden; zij zullen niet gedood worden; want zij was niet vrij gemaakt.