I hans dager bygget Hiel fra Betel Jeriko op igjen; da han la dets grunnvoll, kostet det ham hans førstefødte sønn Abiram, og da han satte op dets porter, kostet det ham hans yngste sønn Segub - efter det ord som Herren hadde talt ved Josva, Nuns sønn.
In zijn dagen bouwde Hiel, de Betheliet, Jericho; op Abiram, zijn eerstgeborenen zoon, heeft hij haar gegrondvest, en op Segub, zijn jongsten zoon, heeft hij haar poorten gesteld; naar het woord des HEEREN, dat Hij door den dienst van Jozua, den zoon van Nun, gesproken had.