Na ka kawea e ratou he korero kino mo te whenua i tuteia e ratou ki nga tama a Iharaira, i mea ratou, Ko taua whenua i haerea ra e matou, i tuteia, he whenua e ngau ana i ona tangata; he tangata nunui rawa hoki te hunga katoa i kitea e matou ki reira.
Alzo brachten zij een kwaad gerucht voort van het land, dat zij verspied hadden, aan de kinderen Israëls, zeggende: Dat land, door hetwelk wij doorgegaan zijn, om het te verspieden, is een land, dat zijn inwoners verteert; en al het volk, hetwelk wij in het midden van hetzelve gezien hebben, zijn mannen van grote lengte.