Ka mea ia ki a raua, E inu ano korua i taku kapu, e iriiria ki te iriiringa e iriiria ai ahau: ko te noho ia ki toku matau, ki toku maui, ehara i ahau mana e hoatu, engari ka riro i te hunga i whakaritea nei e toku Matua mo ratou.
En Hij zeide tot hen: Mijn drinkbeker zult gij wel drinken, en met den doop, waarmede Ik gedoopt worde, zult gij gedoopt worden; maar het zitten tot Mijn rechter-, en tot Mijn linker hand, staat bij Mij niet te geven, maar het zal gegeven worden dien het bereid is van Mijn Vader.