Raha velona koa Aho, hoy Jehovah Tompo, noho ny nahababoan'ny ondriko sy ny nahatongavan'ny ondriko ho rembin'ny bibi-dia rehetra, satria tsy nisy mpiandry azy, fa tsy nitady ny ondriko ny mpiandry, fa ny mamahan-tena kosa no ataony, ka tsy namahana ny ondriko,
Zo waarachtig als Ik leef, spreekt de Heere HEERE, zo Ik niet! Omdat Mijn schapen geworden zijn tot een roof, en Mijn schapen al het wild gedierte des velds tot spijze geworden zijn, omdat er geen herder is, en Mijn herders naar Mijn schapen niet vragen; en de herders weiden zichzelven, maar Mijn schapen weiden zij niet;