Masìna ianareo, mandehana, hevero indray, ka tsongoy tsara ny diany, ary fantaro izay nahita azy tany; fa manao saina lalina dia lalina, hono, izy.
Gaat toch heen, en bereidt de zaak nog meer, dat gij weet en beziet zijn plaats, waar zijn gang is, wie hem daar gezien heeft; want hij heeft tot mij gezegd, dat hij zeer listiglijk pleegt te handelen.