Mert azt mondá Dávid ama napon: Mindenki, a ki vágja a Jebuzeusokat, menjen fel a csatornához *és vágja ott* a sántákat és a vakokat, a kiket gyűlöl a Dávid lelke. Ezért mondják: Vak és sánta ne menjen be a házba!
Want David zeide ten zelfden dage: Al wie de Jebusieten slaat, en geraakt aan die watergoot, en die kreupelen, en die blinden, die van Davids ziel gehaat zijn, die zal tot een hoofd en tot een overste zijn; daarom zegt men: Een blinde en kreupele zal in het huis niet komen.