Kuitenkin on hänen apunsa niiden tykönä, jotka häntä pelkäävät, että meidän maallamme kunnia asuis;
Ik zal horen, wat God, de HEERE, spreken zal; want Hij zal tot Zijn volk en tot Zijn gunstgenoten van vrede spreken; maar dat zij niet weder tot dwaasheid keren.
Että vanhurskaus sittenkin hänen edessänsä pysyis ja menestyis.
Ook zal de HEERE het goede geven; en ons land zal zijn vrucht geven. De gerechtigheid zal voor Zijn aangezicht henengaan, en Hij zal ze zetten op den weg Zijner voetstappen.