Ja pani ne sauvat, jotka hän kuorinut oli, laumain eteen, vesiruuhiin, ja juoma-astioihin, lauman eteen, joihin he tulivat juomaan, että he juomalle tultuansa siittäisivät.
En hij leide deze roeden, die hij geschild had, in de goten, en in de drinkbakken van het water, waar de kudde kwam drinken, tegenover de kudde; en zij werden verhit, als zij kwamen om te drinken.