Hosea 6

مردم می‌گویند: «بیایید به سوی خداوند بازگردیم، زیرا او که ما را دریده است، ما را شفا می‌بخشد و او که ما را مجروح ساخته، ما را درمان خواهد کرد.
Komt en laat ons wederkeren tot den HEERE, want Hij heeft verscheurd, en Hij zal ons genezen; Hij heeft geslagen, en Hij zal ons verbinden.
پس از دو سه روز ما را زنده خواهد ساخت و ما در حضور او زندگی خواهیم کرد.
Hij zal ons na twee dagen levend maken; op den derden dag zal Hij ons doen verrijzen, en wij zullen voor Zijn aangezicht leven.
پس باید بکوشیم تا خداوند را بشناسیم. همان‌گونه که دمیدن سپیدهٔ صبح و ریزش باران بهاری قطعی است، خداوند نیز به سوی ما باز خواهد گشت.
Dan zullen wij kennen, wij zullen vervolgen, om den HEERE te kennen; Zijn uitgang is bereid als de dageraad; en Hij zal tot ons komen als een regen, als de spade regen en vroege regen des lands.
«ای افرایم و ای یهودا، با شما چه کنم؟ دوستی و محبّت شما همچون مه و شبنم صبحگاهی زودگذر است.
Wat zal Ik u doen, o Efraïm! wat zal Ik u doen, o Juda! dewijl uw weldadigheid is als een morgenwolk, en als een vroegkomende dauw, die henengaat.
به همین دلیل من انبیای خود را فرستاده‌ام تا پیام مرا به شما برسانند که هلاکت شما حتمی و داوری من مانند صاعقه‌ای بر شما فرود خواهد آمد.
Daarom heb Ik hen behouwen door de profeten; Ik heb ze gedood door de redenen Mijns monds; en uw oordelen zullen voortkomen aan het licht.
من از شما محبّت پایدار می‌خواهم نه قربانی. من خواهان هدایای سوختنی شما نیستم، بلکه از شما توقع دارم که مرا بشناسید.
Want Ik heb lust tot weldadigheid, en niet tot offer; en tot de kennis Gods, meer dan tot brandofferen.
«امّا آنها مانند آدم، پیمان مرا شکستند و به من خیانت کردند.
Maar zij hebben het verbond overtreden als Adam; daar hebben zij trouwelooslijk tegen Mij gehandeld.
جلعاد، شهر گناهکاران و قاتلان است.
Gilead is een stad van werkers der ongerechtigheid; zij is betreden van bloed.
کاهنان آن مانند راهزنان در راه شکیم در کمین مردم می‌نشینند و خون مردم را می‌ریزند و دست به هر نوع جنایتی می‌زنند.
Gelijk de benden der straatschenders op iemand wachten, alzo is het gezelschap der priesteren; zij moorden op den weg naar Sichem, waarlijk, zij doen schandelijke daden.
من در اسرائیل شاهد کارهای زشتی بوده‌ام. مردم بُتها را پرستش کرده و خود را ناپاک ساخته‌اند.
Ik zie een afschuwelijke zaak in het huis Israëls; aldaar is Efraïms hoererij, Israël is verontreinigd.
«برای تو نیز ای یهودا، روزی را برای مجازات تعیین کرده‌ام.
Ook heeft hij u, o Juda! een oogst gezet, als Ik de gevangenen Mijns volks wederbracht.