1. Home
  2. Pair
  3. FarTPV
  4. DutSVV
  5. Gen.43

Genesis 43

43:1
قحطی در كنعان‌ شدید شد.
De honger nu werd zwaar in dat land;
43:2
وقتی خانوادهٔ یعقوب‌ تمام ‌غلّه‌ای را كه‌ از مصر آورده‌ بودند خوردند، یعقوب ‌به ‌پسرانش ‌گفت‌: «به ‌مصر بازگردید و مقداری خوراک‌ برای ما بخرید.»
Zo geschiedde het, als zij den leeftocht, dien zij uit Egypte gebracht hadden, opgegeten hadden, dat hun vader tot hen zeide: Keert wederom, koopt ons een weinig spijze.
43:3
یهودا به ‌او گفت‌: «آن‌ مرد به ‌سختی به‌ ما هشدار داد كه ‌تا برادر كوچک‌ خود را با خود نبریم‌، اجازه ‌نداریم‌ پیش‌ او بازگردیم‌.
Toen sprak Juda tot hem, zeggende: Die man heeft ons op het hoogste betuigd, zeggende: Gij zult mijn aangezicht niet zien, tenzij dat uw broeder met u is.
43:4
اگر تو حاضری برادر ما را با ما بفرستی‌، ما می‌رویم‌ و برای تو آذوقه‌ می‌خریم‌.
Indien gij onzen broeder met ons zendt, wij zullen aftrekken, en u spijze kopen;
43:5
امّا اگر تو حاضر نیستی‌، ما هم ‌نمی‌رویم‌. زیرا آن ‌مرد به ‌ما گفت ‌كه‌ تا برادر خود را همراه‌ نبریم ‌اجازه ‌نداریم ‌پیش ‌او بازگردیم‌.»
Maar indien gij hem niet zendt, wij zullen niet aftrekken; want die man heeft tot ons gezegd: Gij zult mijn aangezicht niet zien, tenzij dat uw broeder met u is.
43:6
یعقوب‌ گفت‌: «چرا شما به‌ آن‌ مرد گفتید كه‌ ما برادر دیگری هم ‌داریم‌ و مرا به ‌عذاب‌ انداختید؟»
En Israël zeide: Waarom hebt gij zo kwalijk aan mij gedaan, dat gij dien man te kennen gaaft, of gij nog een broeder hadt?
43:7
آنها جواب‌ دادند: «آن‌ مرد با دقّت‌ دربارهٔ ما و از وضع ‌خانوادهٔ ما سؤال می‌كرد. می‌پرسید: 'آیا پدر شما هنوز زنده ‌است‌؟ آیا برادر دیگری هم ‌دارید؟' ما هم ‌به‌ او جواب ‌صحیح‌ دادیم‌. از كجا می‌دانستیم او می‌گوید كه ‌برادر خود را به‌ آنجا ببریم‌؟»
En zij zeiden: Die man vraagde zeer nauw naar ons, en naar onze maagschap, zeggende: Leeft uw vader nog; hebt gij nog een broeder? Zo gaven wij het hem te kennen, volgens diezelfde woorden; hebben wij juist geweten, dat hij zeggen zou: Brengt uw broeder af?
43:8
یهودا به ‌پدرش ‌گفت‌: «پسر را با من‌ بفرست‌ تا بلند شویم‌ و برویم ‌و همهٔ ما زنده ‌بمانیم‌. نه ‌ما بمیریم‌، نه ‌تو و نه ‌بچّه‌های ما.
Toen zeide Juda tot Israël, zijn vader: Zend den jongeling met mij, zo zullen wij ons opmaken en reizen, opdat wij leven en niet sterven, noch wij, noch gij, noch onze kinderkens.
43:9
من ‌زندگی خودم ‌را نزد تو گرو می‌گذارم ‌و تو او را به ‌دست ‌من‌ بسپار. اگر او را صحیح‌ و سالم‌ پیش ‌تو برنگرداندم‌، برای همیشه ‌گناه‌ این‌كار به‌ گردن‌ من ‌باشد.
Ik zal borg voor hem zijn; van mijn hand zult gij hem eisen; indien ik hem tot u niet breng en hem voor uw aangezicht stel, zo zal ik alle dagen tegen u gezondigd hebben!
43:10
اگر ما این‌قدر صبر نمی‌كردیم‌ تا به‌ حال ‌دو مرتبه‌ رفته‌ و برگشته ‌بودیم‌.»
Want hadden wij niet gezuimd, voorwaar, wij waren alreeds tweemaal wedergekomen.
43:11
پدرشان‌ یعقوب ‌به‌ آنها گفت‌: «حالا كه‌ این‌طور است‌، از بهترین ‌محصولات ‌زمین‌ با خود بردارید و به ‌عنوان‌ هدیه‌ برای نخست‌وزیر ببرید. كمی بلسان‌، عسل‌، كتیرا، ادویه‌، پسته‌ و بادام‌
Toen zeide Israël, hun vader, tot hen: Is het nu alzo, zo doet dit; neemt van het loffelijkste dezes lands in uwe vaten, en brengt dien man een geschenk henen af: een weinig balsem, en een weinig honig, specerijen en mirre, terpentijnnoten en amandelen.
43:12
پول‌ هم‌، دو برابر با خود بردارید. چون‌ شما باید پولی را كه‌ در كیسه‌هایتان ‌به ‌شما بازگردانیده‌ شده ‌است‌، با خود بردارید. ممكن‌ است ‌در آن‌ مورد اشتباهی شده‌ باشد.
En neemt dubbel geld in uw hand; en brengt het geld, hetwelk in den mond uwer zakken wedergekeerd is, weder in uw hand; misschien is het een feil.
43:13
برادر خود را هم ‌بردارید و به ‌نزد آن‌ مرد بازگردید.
Neemt ook uw broeder mede, en maakt u op, keert weder tot dien man.
43:14
امیدوارم‌، خدای قادر مطلق ‌دل‌ آن ‌مرد را نرم ‌كند تا نسبت ‌به ‌شما مهربان‌ گردد و بنیامین ‌و برادر دیگرتان ‌را به ‌شما پس‌ بدهد. اگر قسمت ‌من‌ این‌ است‌ كه‌ فرزندانم ‌را از دست‌ بدهم‌، باید قبول‌ كنم‌.»
En God, de Almachtige, geve u barmhartigheid voor het aangezicht van dien man, dat hij uw anderen broeder en Benjamin met u late gaan! En mij aangaande, als ik van kinderen beroofd ben, zo ben ik beroofd!
43:15
پس‌، برادران‌ هدایا و دو برابر پول‌، با خود برداشتند و با بنیامین‌ به سوی مصر حركت‌ كردند. در مصر به‌ حضور یوسف‌ رفتند.
En die mannen namen dat geschenk, en namen dubbel geld in hun hand, en Benjamin; en zij maakten zich op, en togen af naar Egypte, en zij stonden voor Jozefs aangezicht.
43:16
یوسف‌ وقتی بنیامین ‌را با آنها دید، به ‌خدمتگزار مخصوص‌ خانه‌اش ‌دستور داده‌ گفت‌: «این‌ مردان‌ را به‌ خانه ‌ببر. آنها ناهار را با من ‌خواهند خورد. یک‌ حیوان‌ سر بِبُر و آماده ‌كن‌.»
Als Jozef Benjamin met hen zag, zo zeide hij tot dengene, die over zijn huis was: Breng deze mannen naar het huis toe, en slacht slachtvee, en maak het gereed; want deze mannen zullen te middag met mij eten.
43:17
خادم‌ هرچه‌ یوسف‌ دستور داده‌ بود انجام‌ داد و برادران ‌را به‌ خانهٔ یوسف‌ برد.
De man nu deed, gelijk Jozef gezegd had; en de man bracht deze mannen in het huis van Jozef.
43:18
وقتی كه‌ آنها را به ‌خانهٔ یوسف‌ می‌بردند، آنها ترسیدند و فكر می‌كردند كه‌ به‌خاطر پولی كه‌ دفعهٔ اول ‌در كیسه‌های آنها جا مانده ‌بود آنها را به ‌آنجا می‌برند تا به ‌طور ناگهانی به آنها حمله ‌كنند، الاغهایشان‌ را بگیرند و به ‌صورت ‌غلام ‌به ‌خدمت‌ خود در آورند.
Toen vreesden deze mannen, omdat zij in het huis van Jozef gebracht werden, en zeiden: Ter oorzake van het geld, dat in het begin in onze zakken wedergekeerd is, worden wij ingebracht, opdat hij ons overrompele en ons overvalle, en ons tot slaven neme, met onze ezelen.
43:19
پس ‌وقتی نزدیک ‌خانه‌ رسیدند، به ‌طرف ‌خادم‌ رفتند و به ‌او گفتند:
Daarom naderden zij tot dien man, die over het huis van Jozef was, en zij spraken tot hem aan de deur van het huis.
43:20
«ای آقا، ما قبلاً یک‌ مرتبه ‌برای خرید غلّه ‌به اینجا آمدیم‌.
En zij zeiden: Och, mijn heer! wij waren in het begin gewisselijk afgekomen, om spijze te kopen.
43:21
سر راه‌ در محلی كه ‌استراحت‌ می‌كردیم‌، كیسه‌های خود را باز كردیم‌ و هریک ‌پولمان‌ را تماماً در دهانهٔ كیسهٔ خود پیدا كردیم‌. ما آن را برای شما پس‌ آورده‌ایم.
Het is nu geschied, als wij in de herberg gekomen waren, en wij onze zakken opendeden, zie, zo was ieders mans geld in den mond van zijn zak, ons geld in zijn gewicht; en wij hebben hetzelve wedergebracht in onze hand.
43:22
همچنین ‌مقداری هم‌ پول‌ آورده‌ایم‌ تا غلّه‌ بخریم‌ ما نمی‌دانیم‌ چه‌ كسی پولهای ما را در دهانهٔ كیسه‌های ما گذاشته‌ بود.»
Wij hebben ook ander geld in onze hand afgebracht, om spijze te kopen; wij weten niet, wie ons geld in onze zakken gelegd heeft.
43:23
خادم‌ گفت‌: «نگران‌ نباشید و نترسید. خدا -‌خدای پدر شما- پولهای شما را در دهانهٔ كیسه‌هایتان‌ گذاشته ‌است‌. من ‌پولهای شما را دریافت ‌كردم‌.» سپس‌ شمعون‌ را هم‌ پیش ‌آنها آورد.
En hij zeide: Vrede zij ulieden, vreest niet! Uw God en de God uws vaders heeft u een schat in uw zakken gegeven; uw geld is tot mij gekomen. En hij bracht Simeon tot hen uit.
43:24
خادم ‌تمام‌ برادران را به ‌خانه ‌برد. برای آنها آب‌ آورد تا پاهای خود را بشویند و به‌ الاغهای آنها علوفه‌ داد تا بخورند.
Daarna bracht de man deze mannen in het huis van Jozef, en hij gaf water; en zij wiesen hun voeten; hij gaf ook aan hun ezelen voeder.
43:25
موقع‌ ظهر قبل ‌از اینكه ‌یوسف ‌به ‌خانه ‌بیاید، آنها هدایای خود را حاضر كردند تا به ‌او تقدیم‌ كنند. زیرا شنیده ‌بودند كه ‌ناهار را با یوسف‌ خواهند خورد.
En zij bereidden het geschenk, totdat Jozef kwam op den middag; want zij hadden gehoord, dat zij aldaar brood eten zouden.
43:26
وقتی یوسف ‌به ‌خانه‌ آمد، آنها هدایای خود را برداشته ‌و به‌ خانه‌ آمدند و در مقابل ‌او به زمین‌ افتادند و سجده ‌كردند.
Als nu Jozef te huis gekomen was, zo brachten zij hem het geschenk, hetwelk in hun hand was, in het huis, en zij bogen zich voor hem ter aarde.
43:27
یوسف ‌از وضع‌ سلامتی آنها پرسید. سپس‌ به آنها گفت‌: «شما دربارهٔ پدرتان‌ كه ‌پیر است‌ با من ‌صحبت‌ كردید، او چطور است‌؟ آیا هنوز زنده‌ است ‌و حالش ‌خوب‌ است‌؟»
En hij vraagde hun naar hun welstand, en zeide: Is het wel met uw vader, den oude, waarvan gij zeidet? Leeft hij nog?
43:28
آنها جواب‌ دادند: «غلام ‌تو -‌پدر ما- هنوز زنده ‌است ‌و حالش ‌خوب ‌است‌.» پس‌ زانو زدند و در مقابل ‌او تعظیم‌ و سجده‌ كردند.
En zij zeiden: Het is wel met uw knecht, onzen vader, hij leeft nog; en zij neigden het hoofd en bogen zich neder.
43:29
وقتی یوسف‌ چشمش‌ به ‌بنیامین‌ -‌پسر مادرش‌- افتاد، گفت‌: «پس‌ این‌ برادر كوچک ‌شماست ‌همان ‌كسی‌كه‌ درباره‌اش ‌با من ‌صحبت‌ كردید. پسرم‌، خدا تو را بركت ‌بدهد.»
En hij hief zijn ogen op, en zag Benjamin, zijn broeder, den zoon zijner moeder, en zeide: Is dit uw kleinste broeder, waarvan gij tot mij zeidet? Daarna zeide hij: Mijn zoon? God zij u genadig!
43:30
سپس‌ ناگهان‌ آنجا را ترک ‌كرد، چون‌ به‌خاطر علاقه‌ای كه ‌به ‌برادرش ‌داشت، ‌بغض ‌گلویش‌ را گرفت‌. پس ‌به‌ اتاق ‌خودش‌ رفت ‌و گریه‌ كرد.
En Jozef haastte zich; want zijn ingewand ontstak jegens zijn broeder, en hij zocht te wenen; en hij ging in een kamer, en weende aldaar.
43:31
بعد صورت‌ خود را شست‌ و برگشت ‌و در حالی كه‌ خود را كنترل‌ می‌كرد، دستور داد غذا بیاورند.
Daarna wies hij zijn aangezicht en kwam uit; en hij bedwong zichzelven, en zeide: Zet brood op.
43:32
یوسف‌ جدا غذا می‌خورد و برادرانش‌ هم ‌جدا. همچنین‌ مصریانی كه ‌در آنجا غذا می‌خوردند، جدا بودند زیرا مصری‌ها عبرانیان‌ را نجس‌ می‌دانستند.
En zij richtten voor hem aan in het bijzonder, en voor hen in het bijzonder; en voor de Egyptenaren, die met hem aten, in het bijzonder; want de Egyptenaars mogen geen brood eten met de Hebreën, dewijl zulks den Egyptenaren een gruwel is.
43:33
برادران‌ دور میز برحسب‌ سن ‌خود -‌از بزرگ‌ به ‌كوچک- روبه‌روی یوسف ‌نشسته ‌بودند. وقتی آنها دیدند كه‌ چطور نشسته‌اند، به ‌یكدیگر نگاه ‌كردند و تعجّب ‌نمودند.
En zij aten voor zijn aangezicht, de eerstgeborene naar zijn eerstgeboorte, en de jongere naar zijn jonkheid; dies verwonderden zich de mannen onder elkander.
43:34
غذا را از میز یوسف ‌تقسیم ‌كردند، امّا قسمت‌ بنیامین ‌پنج ‌برابر بقیّه ‌بود. پس‌ آنها با یوسف‌ خوردند و نوشیدند و خوش ‌بودند.
En hij langde hun van de gerechten, die voor hem waren; maar Benjamins gerecht was vijfmaal groter, dan de gerechten van hen allen. En zij dronken, en zij werden dronken met hem.

© bibleglot.com