1. Home
  2. Pair
  3. FarTPV
  4. DutSVV
  5. Gen.1

Genesis 1

1:1
در ابتدا، خدا آسمانها و زمین را آفرید.
In den beginne schiep God den hemel en de aarde.
1:2
زمین‌ خالی و بدون ‌شكل ‌بود. همه‌جا آب‌ بود و تاریكی آن‌ را پوشانده ‌بود و روح ‌خدا بر روی آبها حركت‌ می‌كرد.
De aarde nu was woest en ledig, en duisternis was op den afgrond; en de Geest Gods zweefde op de wateren.
1:3
خدا فرمود: «روشنایی بشود» و روشنایی شد.
En God zeide: Daar zij licht! en daar werd licht.
1:4
خدا از دیدن‌ روشنایی خشنود شد و روشنایی را از تاریكی جدا كرد.
En God zag het licht, dat het goed was; en God maakte scheiding tussen het licht en tussen de duisternis.
1:5
خدا روشنایی را روز و تاریكی را شب ‌نام‌ گذاشت‌. شب‌ گذشت‌ و صبح ‌فرا رسید، این ‌بود روز اول.
En God noemde het licht dag, en de duisternis noemde Hij nacht. Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de eerste dag.
1:6
خدا فرمود: «فلکی ‌ساخته‌ شود تا آبها را از یكدیگر جدا كند.»
En God zeide: Daar zij een uitspansel in het midden der wateren; en dat make scheiding tussen wateren en wateren!
1:7
خدا فلک ‌را ساخت‌ و آبهای زیر فلک ‌را از آبهای بالای فلک ‌جدا كرد.
En God maakte dat uitspansel, en maakte scheiding tussen de wateren, die onder het uitspansel zijn, en tussen de wateren, die boven het uitspansel zijn. En het was alzo.
1:8
خدا فلک‌ را آسمان ‌نامید. شب‌ گذشت‌ و صبح ‌فرا رسید، این‌ بود روز دوم‌.
En God noemde het uitspansel hemel. Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de tweede dag.
1:9
خدا فرمود: «آبهای زیر آسمان در یک‌‌جا جمع‌ شوند تا خشكی ظاهر گردد» و چنان ‌شد.
En God zeide: Dat de wateren van onder den hemel in een plaats vergaderd worden, en dat het droge gezien worde! En het was alzo.
1:10
خدا خشكی را زمین ‌نامید و آبها را كه ‌در یک‌‌جا جمع ‌بودند دریا نام‌ گذاشت‌. خدا از دیدن‌ آنچه ‌انجام‌ شده ‌بود، خشنود شد.
En God noemde het droge aarde, en de vergadering der wateren noemde Hij zeeën; en God zag, dat het goed was.
1:11
سپس‌ خدا فرمود: «زمین ‌همه ‌نوع‌ گیاه‌ برویاند، گیاهانی كه ‌دانه بیاورند و گیاهانی كه‌ میوه‌ بیاورند» و چنین‌ شد.
En God zeide: Dat de aarde uitschiete grasscheutjes, kruid zaadzaaiende, vruchtbaar geboomte, dragende vrucht naar zijn aard, welks zaad daarin zij op de aarde! En het was alzo.
1:12
پس ‌زمین ‌همه ‌نوع‌ گیاه ‌رویانید و خدا از دیدن ‌آنچه انجام ‌شده ‌بود، خشنود شد.
En de aarde bracht voort grasscheutjes, kruid zaadzaaiende naar zijn aard, en vruchtdragend geboomte, welks zaad daarin was, naar zijn aard. En God zag, dat het goed was.
1:13
شب‌ گذشت ‌و صبح ‌فرا رسید، این‌ بود روز سوم.
Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de derde dag.
1:14
بعد از آن‌ خدا فرمود: «اجرام‌ نورانی در آسمان‌ به ‌وجود آیند تا روز را از شب‌ جدا كنند و روزها، سالها و فصلها را نشان‌ دهند.
En God zeide: Dat er lichten zijn in het uitspansel des hemels, om scheiding te maken tussen den dag en tussen den nacht; en dat zij zijn tot tekenen en tot gezette tijden, en tot dagen en jaren!
1:15
آنها در آسمان‌ بدرخشند تا بر زمین ‌روشنایی دهند.» و چنین ‌شد.
En dat zij zijn tot lichten in het uitspansel des hemels, om licht te geven op de aarde! En het was alzo.
1:16
پس ‌از آن‌، خدا دو جرم‌ نورانی بزرگ ساخت‌، یكی خورشید برای سلطنت‌ در روز و یكی ماه ‌برای سلطنت‌ در شب‌. همچنین ‌ستارگان‌ را ساخت‌.
God dan maakte die twee grote lichten; dat grote licht tot heerschappij des daags, en dat kleine licht tot heerschappij des nachts; ook de sterren.
1:17
آنها را در آسمان ‌قرار داد تا بر زمین‌ روشنایی دهند
En God stelde ze in het uitspansel des hemels, om licht te geven op de aarde.
1:18
و بر روز و شب ‌سلطنت‌ نمایند و روشنایی را از تاریكی جدا كنند. خدا، از دیدن‌ آنچه ‌شده‌ بود، خشنود شد.
En om te heersen op den dag, en in den nacht, en om scheiding te maken tussen het licht en tussen de duisternis. En God zag, dat het goed was.
1:19
شب‌ گذشت ‌و صبح‌ فرا رسید، این ‌بود روز چهارم‌.
Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de vierde dag.
1:20
پس ‌از آن‌ خدا فرمود: «آبها از انواع‌ جانوران ‌و آسمان ‌از انواع ‌پرندگان ‌پُر شوند.»
En God zeide: Dat de wateren overvloediglijk voortbrengen een gewemel van levende zielen; en het gevogelte vliege boven de aarde, in het uitspansel des hemels!
1:21
پس‌، خدا جانداران‌ بزرگ‌ دریایی و همهٔ جانورانی كه ‌در آب ‌زندگی می‌كنند و تمام ‌پرندگان ‌آسمان‌ را آفرید. خدا از دیدن‌ آنچه ‌كرده ‌بود، خشنود شد
En God schiep de grote walvissen, en alle levende wremelende ziel, welke de wateren overvloediglijk voortbrachten, naar haar aard; en alle gevleugeld gevogelte naar zijn aard. En God zag, dat het goed was.
1:22
و همهٔ آنها را بركت‌ داد و فرمود تا بارور شوند و دریا را پُر سازند و به ‌پرندگان‌ فرمود: «بارور ‌و كثیر شوید.»
En God zegende ze, zeggende: Zijt vruchtbaar, en vermenigvuldigt, en vervult de wateren in de zeeën; en het gevogelte vermenigvuldige op de aarde!
1:23
شب ‌گذشت‌ و صبح ‌فرا رسید، این ‌بود روز پنجم‌.
Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de vijfde dag.
1:24
بعد از آن‌، خدا فرمود: «زمین ‌همه‌ نوع‌ حیوانات به وجود آورد، اهلی و وحشی‌، بزرگ‌ و كوچک‌» و چنین ‌شد.
En God zeide: De aarde brenge levende zielen voort, naar haar aard, vee, en kruipend, en wild gedierte der aarde, naar zijn aard! En het was alzo.
1:25
پس‌ خدا، همهٔ آنها را ساخت ‌و از دیدن ‌آنچه‌ انجام‌ شده‌ بود، خشنود شد.
En God maakte het wild gedierte der aarde naar zijn aard, en het vee naar zijn aard, en al het kruipend gedierte des aardbodems naar zijn aard. En God zag, dat het goed was.
1:26
پس ‌از آن‌ خدا فرمود: «اینک‌ انسان‌ را بسازیم‌. ایشان‌ مثل‌ ما و شبیه‌ ما باشند و بر ماهیان‌ دریا و پرندگان ‌آسمان ‌و همهٔ حیوانات‌ اهلی و وحشی‌، بزرگ‌ و كوچک‌ و بر تمام ‌زمین‌ حكومت‌ كنند.»
En God zeide: Laat Ons mensen maken, naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en dat zij heerschappij hebben over de vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over het vee, en over de gehele aarde, en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt.
1:27
پس ‌خدا انسان ‌را شبیه‌ خود آفرید. ایشان ‌را زن و مرد‌ آفرید.
En God schiep den mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij ze.
1:28
آنها را بركت ‌داد و فرمود: «بارور و كثیر شوید. نسل‌ شما در تمام‌ زمین ‌زندگی كند و آن‌ را تحت‌ تسلّط‌ خود درآورد. من‌ شما را بر ماهیان‌ و پرندگان ‌و تمام‌ حیوانات ‌وحشی می‌گمارم‌.
En God zegende hen, en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar, en vermenigvuldigt, en vervult de aarde, en onderwerpt haar, en hebt heerschappij over de vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt!
1:29
هر نوع ‌گیاهی كه‌ غلاّت و دانه بیاورد و هر نوع‌ گیاهی كه‌ میوه ‌بیاورد برای شما آماده‌ كرده‌ام ‌تا بخورید.
En God zeide: Ziet, Ik heb ulieden al het zaadzaaiende kruid gegeven, dat op de ganse aarde is, en alle geboomte, in hetwelk zaadzaaiende boomvrucht is; het zij u tot spijze!
1:30
امّا هر نوع ‌علف ‌سبز را برای خوراک‌ تمام ‌حیوانات‌ و پرندگان‌ آماده ‌كرده‌ام‌.» و چنین ‌شد.
Maar aan al het gedierte der aarde, en aan al het gevogelte des hemels, en aan al het kruipende gedierte op de aarde, waarin een levende ziel is, heb Ik al het groene kruid tot spijze gegeven. En het was alzo.
1:31
خدا از دیدن ‌تمام‌ كارهایی‌ كه‌ انجام‌ شده‌ بود، بسیار خشنود گشت‌. شب‌ گذشت‌ و صبح ‌فرا رسید. این‌ بود روز ششم‌.
En God zag al wat Hij gemaakt had, en ziet, het was zeer goed. Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de zesde dag.

© bibleglot.com