امّا یهوآش پادشاه اسرائیل به او چنین پاسخ داد: «روزی بوتهٔ خاری در کوههای لبنان برای درخت سرو پیام فرستاد که دخترت را به پسر من به همسری بده. حیوان وحشی لبنان که از آنجا میگذشت خار را لگدمال کرد.
Maar Joas, de koning van Israël, zond tot Amazia, den koning van Juda, zeggende: De distel, die op den Libanon is, zond tot den ceder, die op den Libanon is, zeggende: Geef uw dochter mijn zoon ter vrouw; maar het gedierte des velds, dat op den Libanon is, ging voorbij, en vertrad den distel.