Ĉar Vi savis mian animon de la morto,
Kaj miajn piedojn de falpuŝiĝo,
Por ke mi iradu antaŭ Dio
En la lumo de la vivo.
O God! op mij zijn Uw geloften; ik zal U dankzeggingen vergelden; Want Gij hebt mijn ziel gered van den dood; ook niet mijn voeten van aanstoot, om voor Gods aangezicht te wandelen in het licht der levenden?