Kaj jen vi silentos kaj estos ne kapabla paroli, ĝis la tago, kiam tio okazos, ĉar vi ne kredis miajn vortojn, kiuj plenumiĝos siatempe.
En zie, gij zult zwijgen, en niet kunnen spreken, tot op den dag, dat deze dingen geschied zullen zijn; om dies wil, dat gij mijn woorden niet geloofd hebt, welke vervuld zullen worden op hun tijd.