Kaj mi, kiel milda ŝafido, kondukata al la buĉo, ne sciis, ke ili havas malbonajn intencojn kontraŭ mi, dirante: Ni ekstermu la arbon kun ĝiaj fruktoj, ni elhaku ĝin el la tero de la vivo, por ke lia nomo ne plu estu rememorata.
En ik was als een lam, als een os, die geleid wordt om te slachten; want ik wist niet, dat zij gedachten tegen mij dachten, zeggende: Laat ons den boom met zijn vrucht verderven, en laat ons hem uit het land der levenden uitroeien, dat zijn naam niet meer gedacht worde.