Pasu, pasu tra la pordegoj, pretigu vojon por la popolo; ebenigu, ebenigu la vojon, liberigu ĝin de ŝtonoj; levu standardon super la popoloj.
Gaat door, gaat door, door de poorten, bereidt den weg des volks; verhoogt, verhoogt een baan, ruimt de stenen weg, steekt een banier omhoog tot de volken!