La unuan tagon de la semajno, ĉiu el vi provizu ĉe si laŭ tio, kion li prospere akiris, por ke ne estu kolektoj tiam, kiam mi venos.
Op elken eersten dag der week, legge een iegelijk van u iets bij zichzelven weg, vergaderende een schat, naar dat hij welvaren verkregen heeft; opdat de verzamelingen alsdan niet eerst geschieden, wanneer ik gekomen zal zijn.