Psalms 67

Een psalm, een lied, voor den opperzangmeester, op de Neginoth.

ut nota fiat in terra via tua in universis gentibus salus tua

God zij ons genadig en zegene ons; Hij doe Zijn aanschijn aan ons lichten. Sela.

confiteantur tibi populi Deus confiteantur tibi populi omnes

Opdat men op de aarde Uw weg kenne, onder alle heidenen Uw heil.

laetentur et laudent gentes quoniam iudicas populos in aequitate et gentium quae in terra sunt ductor es sempiternus

De volken zullen U, o God! loven; de volken, altemaal, zullen U loven.

confiteantur tibi populi Deus confiteantur tibi populi omnes

De natiën zullen zich verblijden en juichen, omdat Gij de volken zult richten in rechtmatigheid; en de natiën op de aarde die zult Gij leiden. Sela.

terra dedit germen suum benedicat nobis Deus Deus noster

De volken zullen U, o God! loven; de volken, altemaal, zullen U loven.

benedicat nobis Deus et timeant eum omnes fines terrae

De aarde geeft haar gewas; God, onze God, zal ons zegenen. God zal ons zegenen; en alle einden der aarde zullen Hem vrezen.

victori David psalmus cantici exsurgat Deus et dissipentur inimici eius et fugiant qui oderunt eum a facie eius