En de hoofden der vaderen van het geslacht de kinderen van Gilead, den zoon van Machir, den zoon van Manasse, uit de geslachten der kinderen van Jozef, traden toe, en spraken voor het aangezicht van Mozes, en voor het aangezicht der oversten, hoofden van de vaderen der kinderen Israëls.
accesserunt autem et principes familiarum Galaad filii Machir filii Manasse de stirpe filiorum Ioseph locutique sunt Mosi coram principibus Israhel atque dixerunt