Nu dan, o onze God, Gij grote, Gij machtige, en Gij vreselijke God, Die het verbond en de weldadigheid houdt; laat voor Uw aangezicht niet gering zijn al de moeite, die ons getroffen heeft, onze koningen, onze vorsten, en onze priesteren; en onze profeten, en onze vaderen, en Uw ganse volk, van de dagen der koningen van Assur af tot op dezen dag.
nunc itaque Deus noster Deus magne fortis et terribilis custodiens pactum et misericordiam ne avertas a facie tua omnem laborem qui invenit nos reges nostros principes nostros et sacerdotes nostros prophetas nostros et patres nostros et omnem populum tuum a diebus regis Assur usque in diem hanc