En ik zag toe, en maakte mij op, en zeide tot de edelen, en tot de overheden, en tot het overige des volks: Vreest niet voor hun aangezicht; denkt aan dien groten en vreselijken HEERE, en strijdt voor uw broederen, uw zonen en uw dochteren, uw vrouwen en uw huizen.
perspexi atque surrexi et aio ad optimates et ad magistratus et ad reliquam partem vulgi nolite timere a facie eorum Domini magni et terribilis mementote et pugnate pro fratribus vestris filiis vestris et filiabus vestris uxoribus vestris et domibus