En wie is, gelijk Uw volk, gelijk Israël, een enig volk op aarde, hetwelk God is heengegaan Zich tot een volk te verlossen, en om Zich een Naam te zetten, en om voor ulieden deze grote en verschrikkelijke dingen te doen aan Uw land, voor het aangezicht Uws volks, dat Gij U uit Egypte verlost hebt, de heidenen en hun goden verdrijvende.
quae est autem ut populus tuus Israhel gens in terra propter quam ivit Deus ut redimeret eam sibi in populum et poneret sibi nomen faceretque eis magnalia et horribilia super terram a facie populi tui quem redemisti tibi ex Aegypto gentem et deum eius