Dezen nu, die met namen beschreven zijn, kwamen in de dagen van Hizkia, den koning van Juda, en zij sloegen de tenten en woningen dergenen, die daar gevonden werden; en zij verbanden hen, tot op dezen dag; en zij woonden aan hun plaats, want daar was weide voor hun schapen.
hii ergo venerunt quos supra descripsimus nominatim in diebus Ezechiae regis Iuda et percusserunt tabernacula eorum et habitatores qui inventi fuerant ibi et deleverunt eos usque in praesentem diem habitaveruntque pro eis quoniam uberrimas ibidem pascuas reppererunt