Psalms 38

Een psalm van David, om te doen gedenken.
Псалом Давидів. На пам'ятку.
O HEERE! straf mij niet in Uw groten toorn, en kastijd mij niet in Uw grimmigheid.
Господи, не карай мене в гніві Своїм, і не завдавай мені кари в Своїм пересерді,
Want Uw pijlen zijn in mij gedaald, en Uw hand is op mij nedergedaald.
бо прошили мене Твої стріли, і рука Твоя тяжко спустилась на мене...
Er is niets geheels in mijn vlees, vanwege Uw gramschap; er is geen vrede in mijn beenderen, vanwege mijn zonde.
Від гніву Твого нема цілого місця на тілі моїм, немає спокою в костях моїх через мій гріх,
Want mijn ongerechtigheden gaan over mijn hoofd; als een zware last zijn zij mij te zwaar geworden.
бо провини мої переросли мою голову, як великий тягар, вони тяжчі над сили мої,
Mijn etterbuilen stinken, zij zijn vervuild, vanwege mijn dwaasheid.
смердять та гниють мої рани з глупоти моєї...
Ik ben krom geworden, ik ben uitermate zeer nedergebogen; ik ga den gansen dag in het zwart.
Скорчений я, і над міру похилений, цілий день я тиняюсь сумний,
Want mijn darmen zijn vol van een verachtelijke plage, en er is niets geheels in mijn vlees.
бо нутро моє повне запалення, і в тілі моїм нема цілого місця...
Ik ben verzwakt, en uitermate zeer verbrijzeld; ik brul van het geruis mijns harten.
Обезсилений я й перемучений тяжко, ридаю від стогону серця свого...
HEERE! voor U is al mijn begeerte; en mijn zuchten is voor U niet verborgen.
Господи, всі бажання мої перед Тобою, зідхання ж моє не сховалось від Тебе.
Mijn hart keert om en om, mijn kracht heeft mij verlaten; en het licht mijner ogen, ook zij zelven zijn niet bij mij.
Сильно тріпочеться серце моє, опустила мене моя сила, навіть ясність очей моїх і вона не зо мною...
Mijn liefhebbers en mijn vrienden staan van tegenover mijn plage, en mijn nabestaanden staan van verre.
Друзі мої й мої приятелі поставали здаля від моєї біди, а ближні мої поставали оподаль...
En die mijn ziel zoeken, leggen mij strikken; en die mijn kwaad zoeken, spreken verdervingen, en zij overdenken den gansen dag listen.
Тенета розставили ті, хто чатує на душу мою, а ті, хто бажає нещастя мені, говорять прокляття, і ввесь день вимишляють зрадливе!
Ik daarentegen ben als een dove, ik hoor niet, en als een stomme, die zijn mond niet opendoet.
А я, мов глухий, вже не чую, і мов той німий, який уст своїх не відкриває...
Ja, ik ben als een man, die niet hoort, en in wiens mond geen tegenredenen zijn.
і я став, мов людина, що нічого не чує і в устах своїх оправдання не має,
Want op U, HEERE! hoop ik; Gij zult verhoren, HEERE, mijn God!
бо на Тебе надіюся я, Господи, Ти відповіси, Господи, Боже мій!
Want ik zeide: Dat zij zich toch over mij niet verblijden! Wanneer mijn voet zou wankelen, zo zouden zij zich tegen mij groot maken.
Бо сказав я: Нехай не потішаться з мене, нехай не несуться вони понад мене, коли послизнеться нога моя!
Want ik ben tot hinken gereed, en mijn smart is steeds voor mij.
Бо я до упадку готовий, і передо мною постійно недуга моя,
Want ik maak U mijn ongerechtigheid bekend, ik ben bekommerd vanwege mijn zonde.
бо провину свою визнаю, журюся гріхом своїм я!
Maar mijn vijanden zijn levende, worden machtig; en die mij om valse oorzaken haten, worden groot.
А мої вороги проживають, міцніють, і без причини помножилися мої недруги...
En die kwaad voor goed vergelden, staan mij tegen, omdat ik het goede najaag.
Ті ж, хто відплачує злом за добро, обчорнюють мене, бо женусь за добром...
Verlaat mij niet, o HEERE, mijn God! wees niet verre van mij. Haast U tot mijn hulp, HEERE, mijn Heil!
Не покинь мене, Господи, Боже мій, не віддаляйся від мене, поспіши мені на допомогу, Господи, Ти спасіння моє!