1. Home
  2. Pair
  3. DutSVV
  4. Ukrainian
  5. Lev.19

Leviticus 19

19:1
Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
І Господь промовляв до Мойсея, говорячи:
19:2
Spreek tot de ganse vergadering der kinderen Israëls, en zeg tot hen: Gij zult heilig zijn, want Ik, de HEERE, uw God, ben heilig!
Промовляй до всієї громади Ізраїлевих синів, та й скажеш їм: Будьте святі, бо святий Я, Господь, Бог ваш!
19:3
Want ieder zal zijn moeder en zijn vader vrezen, en Mijn sabbatten houden; Ik ben de HEERE, uw God!
Кожен буде боятися матері своєї та батька свого, а субіт Моїх будете додержувати. Я Господь, Бог ваш!
19:4
Gij zult u tot de afgoden niet keren, en u geen gegoten goden maken; Ik ben de HEERE, uw God!
Не звертайтеся до ідолів, і не робіть собі литих божків. Я Господь Бог ваш!
19:5
En wanneer gij een dankoffer den HEERE offeren zult, naar uw welgevallen zult gij dat offeren.
А коли ви принесете мирну жертву для Господа, на вподобання вас принесете її.
19:6
Op den dag van uw offeren, en des anderen daags, zal het gegeten worden; maar wat tot op den derden dag overblijft zal met vuur verbrand worden.
Ви будете їсти її в день принесення вашого та взавтра, а позостале до дня третього огнем буде спалене.
19:7
En zo het op den derden dag enigszins gegeten wordt, het is een afgrijselijk ding, het zal niet aangenaam zijn.
А якщо справді буде їджене воно третього дня, нечистість воно, не буде вподобане.
19:8
En zo wie dat eet, zal zijn ongerechtigheid dragen, omdat hij het heilige des HEEREN ontheiligd heeft; daarom zal dezelve ziel, uit haar volken uitgeroeid worden.
А хто те їсть, понесе він свій гріх, бо споганив він святиню Господню, і буде винищена душа та з-посеред народу свого!
19:9
Als gij ook den oogst uws lands inoogsten zult, gij zult den hoek uws velds niet ganselijk afoogsten, en dat van uw oogst op te zamelen is, niet opzamelen.
А коли ти будеш жати жниво своєї землі, не докінчуй жати до краю свого поля, а попадалих колосків твого жнива не будеш збирати;
19:10
Insgelijks zult gij uw wijngaard niet nalezen, en de afgevallen bezien van uw wijngaard niet opzamelen; den arme en den vreemdeling zult gij die overlaten; Ik ben de HEERE, uw God!
а виноградника свого не вибереш дорешти, а попадалих ягід виноградника свого не будеш збирати, для вбогого та для приходька позостав їх. Я Господь, Бог ваш!
19:11
Gij zult niet stelen, en gij zult niet liegen, noch valselijk handelen, een iegelijk tegen zijn naaste.
Не будете красти, і не будете неправдиво заперечувати, і не будете говорити неправди один на одного!
19:12
Gij zult niet valselijk bij Mijn Naam zweren; want gij zoudt den Naam uws Gods ontheiligen; Ik ben de HEERE.
І не будете присягати Моїм Іменем на неправду, бо зневажиш Ім'я Бога свого. Я Господь!
19:13
Gij zult uw naaste niet bedriegelijk verdrukken, noch beroven; des dagloners arbeidsloon zal bij u niet vernachten tot aan den morgen.
Не будеш гнобити ближнього свого, і не будеш грабувати, і не задержиш в себе через ніч аж до ранку заробітку наймита.
19:14
Gij zult den dove niet vloeken, en voor het aangezicht des blinden geen aanstoot zetten; maar gij zult voor uw God vrezen; Ik ben de HEERE!
Не будеш проклинати глухого, а перед сліпим не роби перешкоди, і будеш боятися Бога свого. Я Господь!
19:15
Gij zult geen onrecht doen in het gericht; gij zult het aangezicht des geringen niet aannemen, noch het aangezicht des groten voortrekken; in gerechtigheid zult gij uw naaste richten.
Не зробите кривди в суді: не будеш потурати особі вбогого, і не будеш підлещуватися до особи вельможного, за правдою суди свого ближнього!
19:16
Gij zult niet wandelen als een achterklapper onder uw volken; gij zult niet staan tegen het bloed van uw naaste; Ik ben de HEERE!
Не будеш ходити пліткарем серед народу свого. Не будеш наставати на життя свого ближнього. Я Господь!
19:17
Gij zult uw broeder in uw hart niet haten; gij zult uw naaste naarstiglijk berispen, en zult de zonde in hem niet verdragen.
Не будеш ненавидіти брата свого в серці своєму. Конче вияви неправду свого ближнього, і не понесеш гріха за нього.
19:18
Gij zult niet wreken, noch toorn behouden tegen de kinderen uws volks; maar gij zult uw naaste liefhebben als uzelven; Ik ben de HEERE!
Не будеш мститися, і не будеш ненавидіти синів свого народу. І будеш любити ближнього свого, як самого себе! Я Господь!
19:19
Gij zult Mijn inzettingen houden; gij zult geen tweeërlei aard uwer beesten laten samen te doen hebben; uwen akker zult gij niet met tweeërlei zaad bezaaien, en een kleed van tweeërlei stof, dooreen vermengd, zal aan u niet komen.
Постанов Моїх будете дотримувати. Не зробиш, щоб худоба твоя злучувалася двоїсто. Поля свого не будеш обсівати двоїсто. А одежа двоїста, мішанина ниток, не ввійде на тебе.
19:20
En wanneer een man, door bijligging des zaads, bij een vrouw zal gelegen hebben, die een dienstmaagd is, bij den man versmaad, en geenszins gelost is, en haar geen vrijheid is gegeven; die zullen gegeseld worden; zij zullen niet gedood worden; want zij was niet vrij gemaakt.
А чоловік, коли буде злягатися з жінкою, а вона невільниця, заручена чоловікові, а справді не була вона викуплена, або визволення не було дане їй, то нехай буде кара, але не будуть вони забиті, бо не увільнена вона.
19:21
En hij zal zijn schuldoffer den HEERE aan de deur van de tent der samenkomst brengen, een ram ten schuldoffer.
І спровадить він жертву за провину свою Господеві до входу скинії заповіту, барана жертви за провину.
19:22
En de priester zal met den ram des schuldoffers, voor hem over zijn zonde, die hij gezondigd heeft, voor het aangezicht des HEEREN verzoening doen; en hem zal vergeving geschieden van zijn zonde, die hij gezondigd heeft.
І очистить його священик бараном жертви за провину перед Господнім лицем за гріх його, що він був згрішив. І проститься йому гріх його, що він був згрішив.
19:23
Als gij ook in dat land gekomen zult zijn, en alle geboomte ter spijze geplant zult hebben, zo zult gij de voorhuid daarvan, deszelfs vrucht, besnijden; drie jaren zal het u onbesneden zijn, daarvan zal niet gegeten worden.
А коли ви ввійдете до Краю цього, і понасаджуєте всяке їстивне дерево, то плід його вважатимете за необрізаний, три роки буде воно для вас необрізане, не буде їджене.
19:24
Maar in het vierde jaar zal al zijn vrucht een heilig ding zijn, ter lofzegging voor den HEERE.
А року четвертого ввесь плід його присвятиться для Господа.
19:25
En in het vijfde jaar zult gij deszelfs vrucht eten, om het inkomen daarvan voor u te vermeerderen; Ik ben de HEERE, uw God!
А року п'ятого будете їсти плід його, щоб помножився для вас урожай його. Я Господь, Бог ваш.
19:26
Gij zult niets met het bloed eten. Gij zult op geen vogelgeschrei acht geven, noch guichelarij plegen.
Не будете їсти з кров'ю. Не будете ворожити, і не будете чарувати!
19:27
Gij zult de hoeken uws hoofds niet rond afscheren; ook zult gij de hoeken uws baards niet verderven.
Не будете стригти волосся довкола голови вашої, і не будеш нищити краю бороди своєї.
19:28
Gij zult om een dood lichaam geen snijding in uw vlees maken, noch schrift van een ingedrukt teken in u maken; Ik ben de HEERE!
І не зробите на тілі своїм нарізу за душу померлого, і не зробите на собі наколеного напису. Я Господь!
19:29
Gij zult uw dochter niet ontheiligen, haar ter hoererij houdende; opdat het land niet hoerere, en het land met schandelijke daden vervuld worde.
Не безчесть своєї дочки, і не роби її блудливою, щоб не стала блудливою ця земля, і не наповнилась земля розпустою.
19:30
Gij zult Mijn sabbatten houden, en Mijn heiligdom zult gij vrezen; Ik ben de HEERE!
Субіт Моїх будете додержувати, а святиню Мою будете шанувати. Я Господь!
19:31
Gij zult u niet keren tot de waarzeggers, en tot de duivelskunstenaars; zoekt hen niet, u met hen verontreinigende; Ik ben de HEERE, uw God!
Не звертайтесь до духів померлих та до ворожбитів, і не доводьте себе до опоганення ними. Я Господь, Бог ваш!
19:32
Voor het grauwe haar zult gij opstaan, en zult het aangezicht des ouden vereren; en gij zult vrezen voor uw God; Ik ben de HEERE!
Перед лицем сивизни встань, і вшануй лице старого, і будеш боятися Бога свого. Я Господь!
19:33
En wanneer een vreemdeling bij u in uw land als vreemdeling verkeren zal, gij zult hem niet verdrukken.
А коли мешкатиме з тобою приходько в вашім Краї, то не будете гнобити його.
19:34
De vreemdeling, die als vreemdeling bij u verkeert, zal onder u zijn als een inboorling van ulieden; gij zult hem liefhebben als uzelven; want gij zijt vreemdeling geweest in Egypteland; Ik ben de HEERE, uw God!
Як тубілець із вас буде для вас приходько, що мешкає з вами, і ти будеш любити його, як самого себе, бо приходьки були ви в єгипетськім краї. Я Господь, Бог ваш!
19:35
Gij zult geen onrecht doen in het gericht, met de el, met het gewicht, of met de maat.
Не будете чинити кривди в суді, у мірі, у вазі та в мірі рідини.
19:36
Gij zult een rechte wage hebben, rechte weegstenen, een rechte efa, en een rechte hin; Ik ben de HEERE, uw God, die u uit Egypteland uitgevoerd heb!
Вага вірна, тягарці вірні, ефа вірна, гін вірний буде в вас. Я Господь, Бог ваш, що вивів вас із єгипетського краю!
19:37
Daarom zult gij al Mijn inzettingen en al Mijn rechten onderhouden, en zult ze doen; Ik ben de HEERE!
І ви будете держати всі постанови Мої та всі устави Мої, і виконуватимете їх. Я Господь!

© bibleglot.com