Ziet, zij zijn woudezels in de woestijn; zij gaan uit tot hun werk, makende zich vroeg op ten roof; het vlakke veld is hem tot spijs, en den jongeren.
Тож вони, бідарі, немов дикі осли на пустині, виходять на працю свою, здобичі шукаючи, степ йому хліба дає для дітей...