Zelfs ook te voren, toen Saul nog koning was, hebt gij Israël uitgeleid en ingeleid; ook heeft de HEERE, uw God, tot u gezegd: Gij zult Mijn volk Israël weiden, en gij zult voorganger zijn van Mijn volk Israël.
І давніш, коли Саул був царем, ти водив та приводив Ізраїля на війну. І сказав Господь, Бог твій, тобі: Ти будеш пасти народа Мого, Ізраїля, і ти будеш князем над народом Моїм, Ізраїлем.