En ik zag toe, en maakte mij op, en zeide tot de edelen, en tot de overheden, en tot het overige des volks: Vreest niet voor hun aangezicht; denkt aan dien groten en vreselijken HEERE, en strijdt voor uw broederen, uw zonen en uw dochteren, uw vrouwen en uw huizen.
Durumu görünce ayağa kalktım; soylulara, görevlilere ve geri kalan herkese, “Onlardan korkmayın!” dedim, “Yüce ve görkemli Rab’bi anımsayın. Kardeşleriniz, oğullarınız, kızlarınız, karılarınız, evleriniz için savaşın.”