Hij sprak ook van de bomen, van den cederboom af, die op den Libanon is, tot op den hysop, die aan den wand uitwast; hij sprak ook van het vee, en van het gevogelte, en van de kruipende dieren, en van de vissen.
Lübnan sedir ağacından duvarlarda biten mercanköşkotuna kadar bütün ağaçlardan söz ettiği gibi, hayvanlar, kuşlar, sürüngenler ve balıklardan da söz edebiliyordu.