Psalms 67

Een psalm, een lied, voor den opperzangmeester, op de Neginoth.

Al Músico principal: en Neginoth: Salmo: Cántico. DIOS tenga misericordia de nosotros, y nos bendiga; Haga resplandecer su rostro sobre nosotros (Selah);

God zij ons genadig en zegene ons; Hij doe Zijn aanschijn aan ons lichten. Sela.

Para que sea conocido en la tierra tu camino, En todas las gentes tu salud.

Opdat men op de aarde Uw weg kenne, onder alle heidenen Uw heil.

Alábente los pueblos, oh Dios; Alábente los pueblos todos.

De volken zullen U, o God! loven; de volken, altemaal, zullen U loven.

Alégrense y gócense las gentes; Porque juzgarás los pueblos con equidad, Y pastorearás las naciones en la tierra. (Selah.)

De natiën zullen zich verblijden en juichen, omdat Gij de volken zult richten in rechtmatigheid; en de natiën op de aarde die zult Gij leiden. Sela.

Alábente los pueblos, oh Dios: Todos los pueblos te alaben.

De volken zullen U, o God! loven; de volken, altemaal, zullen U loven.

La tierra dará su fruto: Nos bendecirá Dios, el Dios nuestro.

De aarde geeft haar gewas; God, onze God, zal ons zegenen. God zal ons zegenen; en alle einden der aarde zullen Hem vrezen.

Bendíganos Dios, Y témanlo todos los fines de la tierra.