Gij ziet het immers; want Gij aanschouwt de moeite en het verdriet, opdat men het in Uw hand geve; op U verlaat zich de arme, Gij zijt geweest een Helper van den wees.
Tú lo tienes visto: porque tú miras el trabajo, y la vejación, para vengar le por tu mano: Á ti se acoge el pobre, Tú eres el amparo del huérfano.