Als ik nu zag, dat gij niet verlostet, zo stelde ik mijn ziel in mijn hand, en toog door tot de kinderen Ammons, en de HEERE gaf hen in mijn hand; waarom zijt gij dan te dezen dage tot mij opgekomen, om tegen mij te strijden?
Viendo pues que no me defendíais, puse mi alma en mi palma, y pasé contra los hijos de Ammón, y JEHOVÁ los entregó en mi mano: ¿por qué pues habéis subido hoy contra mí para pelear conmigo?