Deze heiligde de koning David ook den HEERE, met het zilver en het goud, hetwelk hij medegebracht had van al de heidenen: van de Edomieten, en van de Moabieten, en van de kinderen Ammons, en van de Filistijnen, en van de Amalekieten.
Împăratul David le -a închinat Domnului, împreună cu argintul şi aurul pe care -l luase dela toate popoarele, dela Edom, dela Moab, dela fiii lui Amon, dela Filisteni şi dela Amalec.