Opdat gij eet het vlees der koningen, en het vlees der oversten over duizend, en het vlees der sterken, en het vlees der paarden en dergenen, die daarop zitten; en het vlees van alle vrijen en dienstknechten, en kleinen en groten.
para comerdes carnes de reis, carnes de comandantes, carnes de poderosos, carnes de cavalos e dos que neles montavam, sim, carnes de todos os homens, livres e escravos, pequenos e grandes.