De lopers dan gingen henen met de brieven van de hand des konings en zijner vorsten, door gans Israël en Juda, en naar het gebod des konings, zeggende: Gij, kinderen Israëls, bekeert u tot den HEERE, den God van Abraham, Izak en Israël, zo zal Hij Zich keren tot de ontkomenen, die ulieden overgebleven zijn uit de hand der koningen van Assyrië.
Foram pois, os correios com as cartas, do rei e dos, seus príncipes, por todo o Israel e Judá, segundo a ordem do rei, dizendo: Filhos de Israel, voltai para o Senhor, Deus de Abraão, de Isaque e de Israel, para que ele se volte para o restante de vós que escapastes da mão dos reis da Assíria.