I Thessalonians 5

Maar van de tijden en de gelegenheden, broeders! hebt gij niet van node, dat men u schrijve.
Mas, irmãos, acerca dos tempos e das épocas não necessitais de que se vos escreva:
Want gij weet zelven zeer wel, dat de dag des Heeren alzo zal komen, gelijk een dief in den nacht.
porque vós mesmos sabeis perfeitamente que o dia do Senhor virá como vem o ladrão de noite;
Want wanneer zij zullen zeggen: Het is vrede, en zonder gevaar; dan zal een haastig verderf hun overkomen, gelijk de barensnood een bevruchte vrouw; en zij zullen het geenszins ontvlieden;
pois quando estiverem dizendo: Paz e segurança! então lhes sobrevirá repentina destruição, como as dores de parto àquela que está grávida; e de modo nenhum escaparão.
Maar gij, broeders, gij zijt niet in duisternis, dat u die dag als een dief zou bevangen.
Mas vós, irmãos, não estais em trevas, para que aquele dia, como ladrão, vos surpreenda;
Gij zijt allen kinderen des lichts, en kinderen des daags; wij zijn niet des nachts, noch der duisternis.
porque todos vós sois filhos da luz e filhos do dia; nós não somos da noite nem das trevas;
Zo laat ons dan niet slapen, gelijk als de anderen, maar laat ons waken, en nuchteren zijn.
não durmamos, pois, como os demais, antes vigiemos e sejamos sóbrios.
Want die slapen, slapen des nachts, en die dronken zijn, zijn des nachts dronken;
Porque os que dormem, dormem de noite, e os que se embriagam, embriagam-se de noite;
Maar wij, die des daags zijn, laat ons nuchteren zijn, aangedaan hebbende het borstwapen des geloofs en der liefde, en tot een helm, de hoop der zaligheid.
mas nós, porque somos do dia, sejamos sóbrios, vestindo-nos da couraça da fé e do amor, e tendo por capacete a esperança da salvação;
Want God heeft ons niet gesteld tot toorn, maar tot verkrijging der zaligheid, door onzen Heere Jezus Christus.
porque Deus não nos destinou para a ira, mas para alcançarmos a salvação por nosso Senhor Jesus Cristo,
Die voor ons gestorven is, opdat wij, hetzij dat wij waken, hetzij dat wij slapen, te zamen met Hem leven zouden.
que morreu por nós, para que, quer vigiemos, quer durmamos, vivamos juntamente com ele.
Daarom vermaant elkander, en sticht de een den anderen, gelijk gij ook doet.
Pelo que exortai-vos uns aos outros e edificai-vos uns aos outros, como na verdade o estais fazendo.
En wij bidden u, broeders, erkent degenen, die onder u arbeiden, en uw voorstanders zijn in den Heere, en u vermanen;
Ora, rogamo-vos, irmãos, que reconheçais os que trabalham entre vós, presidem sobre vós no Senhor e vos admoestam;
En acht hen zeer veel in liefde, om huns werks wil. Zijt vreedzaam onder elkander.
e que os tenhais em grande estima e amor, por causa da sua obras. Tende paz entre vós.
En wij bidden u, broeders, vermaant de ongeregelden, vertroost de kleinmoedigen, ondersteunt de zwakken, zijt lankmoedig jegens allen.
Exortamo-vos também, irmãos, a que admoesteis os insubordinados, consoleis os desanimados, ampareis os fracos e sejais longânimos para com todos.
Ziet, dat niemand kwaad voor kwaad iemand vergelde; maar jaagt allen tijd het goede na, zo jegens elkander als jegens allen.
Vede que ninguém dê a outrem mal por mal, mas segui sempre o bem, uns para com os outros, e para com todos.
Verblijdt u te allen tijd.
Regozijai-vos sempre.
Bidt zonder ophouden.
Orai sem cessar.
Dankt God in alles; want dit is de wil van God in Christus Jezus over u.
Em tudo dai graças; porque esta é a vontade de Deus em Cristo Jesus para convosco.
Blust den Geest niet uit.
Não extingais o Espírito;
Veracht de profetieën niet.
não desprezeis as profecias,
Beproeft alle dingen; behoudt het goede.
mas ponde tudo à prova. Retende o que é bom;
Onthoudt u van allen schijn des kwaads.
Abstende-vos de toda espécie de mal.
En de God des vredes Zelf heilige u geheel en al; en uw geheel oprechte geest, en ziel, en lichaam worde onberispelijk bewaard in de toekomst van onzen Heere Jezus Christus.
E o próprio Deus de paz vos santifique completamente; e o vosso espírito, e alma e corpo sejam plenamente conservados irrepreensíveis para a vinda de nosso Senhor Jesus Cristo.
Hij, Die u roept, is getrouw, Die het ook doen zal.
Fiel é o que vos chama, e ele também o fará.
Broeders, bidt voor ons.
Irmãos, orai por nós.
Groet al de broeders met een heiligen kus.
Saudai a todos os irmãos com ósculo santo.
Ik bezweer ulieden bij den Heere, dat deze zendbrief al den heiligen broederen gelezen worde.
Pelo Senhor vos conjuro que esta epístola seja lida a todos os irmãos.
De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met ulieden. Amen.
A graça de nosso Senhor Jesus Cristo seja convosco.