Waren van goud, en van zilver, en van kostelijk gesteente, en van paarlen, en van fijn lijnwaad, en van purper, en van zijde, en van scharlaken; en allerlei welriekend hout, en allerlei ivoren vaten, en allerlei vaten van het kostelijkste hout, en van koper, en van ijzer, en van marmersteen;
Towaru złota i srebra, i kamienia drogiego, i pereł, i lnu cienkiego, i purpury, i jedwabiu, i szarłatu, i wszelkiego drzewa tyinowego, i wszelkiego naczynia słoniowego, i wszelkiego naczynia z drzewa najkosztowniejszego, i z miedzi, i z żelaza, i z marmuru,