En Ik heb de Levieten aan Aäron en aan zijn zonen tot een gift gegeven, uit het midden van de kinderen Israëls, om den dienst van de kinderen Israëls in de tent der samenkomst te bedienen, en om voor de kinderen Israëls verzoening te doen, dat er geen plage zij onder de kinderen Israëls, als de kinderen Israëls tot het heiligdom naderen zouden.
I dałem Lewity darem Aaronowi i synom jego z pośród synów Izraelskich, aby odprawowali służby miasto synów Izraelskich w namiocie zgromadzenia, i oczyszczali syny Izraelskie, aby nie przyszło na syny Izraelskie karanie, gdyby przystępowali synowie Izraelscy do świątnicy.