Jezus dan bekende, dat zij Hem wilden vragen, en zeide tot hen: Vraagt gij daarvan onder elkander, dat Ik gezegd heb: Een kleinen tijd, en gij zult Mij niet zien, en wederom een kleinen tijd, en gij zult Mij zien?
Tedy Jezus poznał, że go pytać chcieli, i rzekł im: O tem się pytacie między sobą, żem rzekł: Maluczko, a nie ujrzycie mię, i zasię maluczko, a ujrzycie mię.